Groepsvorming oefeningen

Oefeningen groepsvorming
Vier oefeningen om aan positieve groepsvorming te werken.

Oefeningen groepsvorming per fase

Welke oefeningen groepsvorming kun je inzetten voor alle fasen? Hieronder een aantal voorbeelden van oefeningen die kort beschreven zijn. In het Platform Groepsvorming zijn tientallen oefeningen beschikbaar als instructiekaart en video.

Fase 1

Namenspel
De kinderen staan in een kring. Om de beurt zet een kind een stap naar voren, noemt zijn naam en vertelt een sport of hobby. Dan maakt het kind ook een beweging die past bij de sport of hobby. Alle andere kinderen doen vervolgens de beweging na.

Rij maken
Alle kinderen gaan naast elkaar staan op volgorde van het alfabet voornaam, achternaam, of huisnummer.

Groepsschilderij
Op een groot vel karton wordt de klassennaam geschreven. Dan wordt het karton verdeeld in puzzelstukken. Ieder kind kleurt een puzzelstuk in. Zo vormen alle puzzelstukken één mooi geheel. De kinderen kunnen ook een graffititekening maken. Ze krijgen allemaal een stukje van het karton om te versieren.

Fase 2

Twee handen, één potlood
Het tweetal maakt samen een tekening, door beiden met één hand het potlood vast te houden. Afwisselen met leiden en volgen. Nabespreking: Heb je de leiding kunnen nemen? Wat doe je als de ander de leiding overneemt? Heb je kunnen volgen? Hoe is het om de ander te laten bepalen?

Leiden en volgen -groepje-
Een kind leidt en loopt voorop met het groepje door het lokaal.  De andere kinderen volgen en lopen op dezelfde manier. Dan wisselen van rol, zodat iedereen oefent met leiden en volgen. Nabespreking: Hoe ging het leiden van een groepje? Heeft iedereen ook kunnen volgen? Hoe kun je leiding nemen? Wat is het voordeel van volgen? Wat kun je doen als iemand alleen maar wil leiden?

Fase 3

De bal gaat rond
De leerkracht geeft na de overlegtijd de bal aan een kind. De kinderen proberen zo snel mogelijk de bal aan elkaar door te geven. Als het laatste kind de bal heeft ontvangen, stopt de oefening. Tijdens de overlegtijd komen alle kinderen bij elkaar om te overleggen. Welke tactieken kunnen gebruikt worden? Hoe komt iedereen aan de beurt?

Grens veroveren
De kinderen van de klas worden verdeeld in twee groepen. Er wordt een grens in het midden van de zaal gemaakt met twee pionnen. Elk kind zoekt een ander kind op aan de andere kant van de grens. Ze geven elkaar een hand en proberen de voet van de ander over de grens te trekken. Als dit lukt, heb je gewonnen en zoek je een ander kind op. Voordat er gespeeld wordt, maken de kinderen contact met elkaar en tellen samen af. Lukt het alle kinderen om volgens de regels te spelen? Worden er eerst nog afspraken gemaakt?

Fase 4

Het vierkant lopen
Vier banken worden in een vierkant gezet. De kinderen verdelen zich over de vier banken. De kinderen wandelen over de banken, totdat zij op de eigen plek eindigen. Twee banken lopen met de klok mee, en twee banken lopen tegen de klok in. De kinderen komen elkaar onderweg tegen, en zullen overleggen hoe ze langs elkaar kunnen lopen. Het doel van deze oefening is dat de kinderen samenwerken en overleggen. Hoe kan ik verder komen? Hoe kan ik andere kinderen ruimte geven?

Woord voor woord
Om de beurt zegt ieder kind een woord en de bedoeling is dat alle woorden samen een zin of verhaal vormen. Kunnen de aansluiten bij de woorden van de kinderen die al geweest zijn? Kunnen de kinderen elkaar helpen, als een kind er niet uit komt?

Fase 5

De groepsfoto
Een groepsfoto maken. De groepsfoto wordt op een A4 vel geplakt. Op de achterkant schrijven de kinderen een vakantiegroet op voor elkaar.

Kaartje schrijven
Wenskaarten liggen op tafel. De kinderen kiezen een kaart uit en schrijven die iemand anders. Ze zetten er een vakantiegroet en een positieve groepsherinnering op.  De kaarten worden opgehaald en na drie weken verstuurd.

Klik hier voor kenmerken en oefeningen van een positieve groep.

Klik hier om naar de Superheldenaanpak te gaan. De superheldenaanpak van Orka Training is een preventieve aanpak voor de basisschool om sociale vaardigheden van kinderen en het groepsklimaat in de klas te verbeteren om daarmee de kans op sociale problemen te verkleinen.